Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het aan de heer X te wijten is dat de betalingsonmacht van de bv niet tijdig en rechtsgeldig is gemeld.

Belanghebbende, de heer X, is in 2010 formeel (mede)bestuurder van een bv, die in 2011 failliet gaat. In geschil is of X terecht aansprakelijk is gesteld voor de in 2010 ontstane belastingschulden van de bv. X stelt dat hij zich vanwege psychische klachten in juni 2010 ziek heeft gemeld, dat hij tot december 2010 nauwelijks inzetbaar was en slechts af en toe op kantoor kwam. De klachten ontstonden na het overlijden van zijn broer en zijn vader, alsmede door een levensbedreigende ziekte van zijn vrouw. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het aan X te wijten is dat de betalingsonmacht niet tijdig en rechtsgeldig is gemeld. Ondanks de ziekte bleef X namelijk verantwoordelijk voor de behoorlijke vervulling van zijn taken. Indien X van mening was dat hij niet meer in staat was om deze naar behoren te vervullen, dan had hij voor een volwaardige vervanger moeten zorgen. Aan de door X zelf aangestelde vervanger werden echter met name de commerciële taken overgedragen. X wordt daarom niet toegelaten tot het weerleggen van het vermoeden dat de niet-betaling van de naheffingsaanslagen aan hem te wijten is. X is ook terecht aansprakelijk gesteld voor de boetes, de invorderingskosten en de invorderingsrente.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 36

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 26 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen