De Staatssecretaris van Financiën heeft de derde nota van wijziging op het Belastingplan 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd.
Met deze nota van wijziging wordt een overgangsbepaling opgenomen in de Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling (V-N 2024/4.3.5). Hierdoor wordt een fonds voor gemene rekening (fgr) geacht met ingang van 1 januari 2025 een zogenoemd inkoopfonds te zijn, indien reeds voor die datum het voornemen bestond om te herstructureren en het fonds uiterlijk op 31 december 2025 aan de voorwaarde voor het zijn van inkoopfonds voldoet. Vanuit de praktijk en vanuit de Belastingdienst zijn namelijk signalen ontvangen dat in bepaalde gevallen de tijdsdruk voor een herstructurering toeneemt, omdat blijkt dat bepaalde beleggingsfondsen wel de intentie hebben om met ingang van 1 januari 2025 een inkoopfonds (en daarmee niet zelfstandig belastingplichtig) te zijn, maar dat dat om praktische redenen niet altijd haalbaar is. De vertraagde herstructureringen kunnen tot gevolg hebben dat fondsen voor een korte periode zelfstandig belastingplichtig worden, en die zelfstandige belastingplicht verliezen als zij later in het jaar alsnog aan de voorwaarden voor het zijn van inkoopfonds voldoen.
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Regelgevende instantie: Staten-Generaal
Editie: 8 november
Informatiesoort: VN Vandaag
Dossiers: Prinsjesdag 2024