Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de aanslagen niet naar het detentie-adres had moeten sturen, ook al zou hij op de hoogte zijn geweest dat de heer X daar verbleef. Vanwege zijn langdurige detentie had X zelf maatregelen moeten nemen om er voor te zorgen dat hij zijn post tijdig kreeg.
De heer X is vanaf november 2015 gedetineerd in diverse penitentiaire inrichtingen. In mei en juni 2016 zijn diverse IB-(navordrings)aanslagen met boetes aan hem opgelegd. X maakt pas in januari 2017 bezwaar tegen deze aanslagen en boetes. In geschil is of deze bezwaren terecht wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk zijn verklaard.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de aanslagen niet naar het detentie-adres had moeten sturen, ook al zou hij op de hoogte zijn geweest dat X daar verbleef. Vanwege zijn langdurige detentie had X zelf maatregelen moeten nemen om er voor te zorgen dat hij zijn post tijdig kreeg. Met betrekking tot de boetes wordt overwogen dat niet aannemelijk is dat geen van de aanslagen en boetebeschikkingen op het officiële woonadres van X zou zijn ontvangen. De postbezorging in Nederland is namelijk betrouwbaar. De enkele ontkenning van X dat hij geen enkele aanslag en boetebeschikking zou hebben ontvangen, is ongeloofwaardig. De beroepen van X zijn ongegrond.
Leest ook het thema Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 11 april