Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X fysiek over de in de loods aangetroffen sigaretten kon beschikken. Door deze feitelijke beschikkingsmacht heeft hij de sigaretten voorhanden gehad. De naheffing van € 780.832 is terecht.

X is directeur/grootaandeelhouder van een BV, die een loods huurt. X had een sleutel van de loods. Hij gebruikt de loods om (tijdelijk) aan anderen, onder andere werknemers en afnemers van de BV, ruimte ter beschikking te stellen voor de opslag van spullen. Deze anderen hebben (soms) ook een sleutel. Bij een douanecontrole op 25 juni 2021 zijn 3.210.000 onveraccijnsde sigaretten aangetroffen. In geschil is de naheffingsaanslag accijns van € 780.832, alsmede de belastingrente van € 24.379. Volgens X was hij niet betrokken bij de sigarettenhandel en had de aanslag bovendien aan zijn BV opgelegd moeten worden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X fysiek over de in de loods aangetroffen sigaretten kon beschikken. Door deze feitelijke beschikkingsmacht heeft hij de sigaretten voorhanden gehad. Het is niet relevant of hij een recht of belang kon doen gelden op die sigaretten, of dat hij wist of redelijkerwijs had behoren te weten dat daarover accijns was verschuldigd. Het staat de inspecteur vrij om te kiezen aan wie hij de aanslag oplegt (vgl. HR 14 augustus 2015, ECLI:NL:HR:2015:2165, V-N 2015/41.2). Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de accijns 52

Wet op de accijns 51

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Accijns en verbruiksbelastingen

Editie: 12 september

Informatiesoort: VN Vandaag

256

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen