De aandelen van belanghebbende, X bv, zijn in handen van A. Uit een boekenonderzoek blijkt dat de administratie van X bv niet op orde is en dat er diverse privé-uitgaven als kosten zijn geboekt. De inspecteur legt daarom VPB-(navorderings)aanslagen over 2000 en 2002 op aan X bv. Rechtbank 's-Gravenhage beslist dat er sprake is van privé-uitgaven en niet van ondernemingskosten. De inspecteur heeft de winst volgens de rechtbank op dit punt dan ook terecht gecorrigeerd. Hof 's-Gravenhage verwerpt het beroep van X bv op het vertrouwensbeginsel ten aanzien van de correctie van de kosten van de auto die één van de werknemers aan X bv ter beschikking had gesteld. De Hoge Raad (29 juni 2012, nr. 11/00554, BNB 2012/250) oordeelt onder andere dat het hof het beroep van X bv op het vertrouwensbeginsel onvoldoende gemotiveerd heeft verworpen. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Amsterdam. Hof Amsterdam oordeelt dat X bv geen vertrouwen kon ontlenen aan de verslagen van de boekenonderzoeken uit 1986 en 1995. Het hof merkt hierbij op dat uit de verslagen niet valt op te maken dat volledige aftrek ten laste van de winst werd toegestaan van de kosten voor een door een werknemer aan X bv ter beschikking gestelde privé-auto. Verder wijst het hof een verzoek van X bv, om een schadevergoeding van ruim 2,3 mln toe te kennen, af. Het hof kent een immateriële schadevergoeding van € 2000 toe. De staatssecretaris stelt in cassatie dat, nu er sprake is van samenhangende zaken van een bv en haar dga, er geen schadevergoeding aan de rechtspersoon moet worden toegekend. De Hoge Raad oordeelt dat X bv ook recht heeft op een schadevergoeding. De Hoge Raad overweegt hierbij wel dat moet worden beoordeeld of de zaken in hoofdzaak betrekking hebben op hetzelfde onderwerp. Ook zijn er volgens de Hoge Raad diverse omstandigheden op grond waarvan de schadevergoeding moet worden gematigd. Het hof heeft hier in casu, volgens de Hoge Raad, voldoende rekening mee gehouden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Algemene wet bestuursrecht 8:73
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8