Belanghebbende, X, verhuurt een onroerende zaak aan C bv voor € 2500 per maand. De aandelen van de bv zijn middellijk in handen van de kinderen van X. Per 1 januari 2008 wordt het pand voor € 7000 verhuurd aan een bv van X, D bv, en verkoopt C bv de inventaris. Medio 2008 wordt D bv failliet verklaard. Per 1 september 2008 verhuurt X het pand voor € 5000 aan F bv. In zijn IB-aangifte 2008 brengt X onder andere een bedrag in aftrek in verband met een afschrijving op inventaris en huurschade. In geschil is of er sprake is van een terbeschikkingstelling in de zin van art. 3.92 Wet IB 2001.
Hof Arnhem - Leeuwarden oordeelt dat de verhuur van het pand moet worden aangemerkt als terbeschikkingstelling in de zin van art. 3.92 Wet IB 2001. Volgens het hof maakt X echter niet aannemelijk dat er ruimte is voor afwaardering op de inventaris en aftrek voor huurschade. Ten aanzien van de inventaris merkt het hof op dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij inventaris aan D bv ter beschikking heeft gesteld. Uit de huurovereenkomst blijkt volgens het hof namelijk dat C bv de inventaris aan D bv heeft verkocht. Ten aanzien van de huurschade stelt X dat het pand tijdens de tbs-periode beschadigd is geraakt door de handelwijze van personeel, en dat hij daardoor genoegen heeft moeten nemen met een aanzienlijk lagere huur van F bv. De huurschade van € 68.000 is volgens X aftrekbaar als tbs-kosten. Volgens het hof kan een eventueel lagere huurbate echter niet worden aangemerkt als een kostenpost, zodat aftrek niet mogelijk is. De aanslag blijft in stand.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.92
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 15 mei