Belanghebbende, de heer X, en zijn broer zijn via hun persoonlijke holdings elk (middellijk) 50% aandeelhouder in diverse werk-bv's. X heeft eind 2013 in rekening-courant een vordering op zijn holding van € 183.679. De vordering dateert uit 1996 (het jaar van oprichting) en is geleidelijk opgelopen. In geschil is of X deze terbeschikkingstellings(TBS-)vordering eind 2013 geheel ten laste van zijn resultaat uit overige werkzaamheden mag afwaarderen. In bijzonder is in geschil of sprake is van een onzakelijke lening. De holding heeft eind 2013 een negatief ondernemingsvermogen van € 67.950. De werk-bv's hebben op dat moment € 1.883.177 aan onverrekende verliezen.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de lening zakelijk is, ondanks dat X nimmer zekerheden heeft verlangd of de rente heeft verhoogd. De inspecteur maakt niet aannemelijk dat een onafhankelijke derde de lening niet zou hebben verstrekt. Weliswaar worden de resultaten van de bv's vanaf 2002/2003 negatief, maar het vermogen was steeds positief, zeker als de stille reserve in het vastgoed in aanmerking werd genomen. X en zijn broer, alsmede de bank hadden dus voldoende dekking voor hun vorderingen. Aangezien sprake is van een zakelijke lening, is niet meer in geschil dat X de vordering eind 2013 geheel mag afwaarderen. Het beroep van X is gegrond.
Lees ook de thema's De terbeschikkingstellingsregelingen en De onzakelijke lening.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 9 oktober