X verhuurt in de jaren 2006 t/m 2010 twee bedrijfspanden waarbij zij heeft geopteerd voor met btw belaste verhuur. In 2006 verhuurt X één van de bedrijfspanden aan een bv waarin haar echtgenoot een aanmerkelijk belang houdt. X heeft in 2009 een container met inboedelgoederen verkocht voor € 49.980 exclusief omzetbelasting. In 2011 verzoekt de inspecteur X om de administratie over de jaren 2006 t/m 2010 ter beschikking te stellen. X voldoet niet geheel aan dit verzoek omdat een deel van de boekhouding (samen met de auto waarin de stukken lagen) gestolen is. In geschil is of de inspecteur terecht een informatiebeschikking (art. 52a AWR) heeft afgegeven.
Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 23 juli 2013, 12/00714, V-N Vandaag 2013/2059) oordeelt in navolging van de rechtbank dat het verlies van een deel van de administratie door diefstal uit een auto en het niet voorhanden hebben van een back-up en kopieën van de administratie, voor rekening van X moet blijven. De informatiebeschikking is verder niet vastgesteld in strijd met het evenredigheids- en ‘doeltreffendheidsbeginsel'. X kan tegen een nog op te leggen naheffings- of navorderingsaanslag namelijk gewoon rechtsmiddelen instellen. Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond en stelt X een termijn van acht weken om alsnog de vragen uit de informatiebeschikking te beantwoorden en de daarin gevraagde informatie te verstrekken. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52