Rechtbank Den Haag beslist dat er sprake is van een dienstbetrekking tussen "Kamerverhuurbedrijf" X bv en de prostituees die bij haar een kamer huren.

Belanghebbende, X bv, exploiteert een onderneming die bij de KvK staat ingeschreven als "Kamerverhuurbedrijf". X bv bezit de vereiste vergunningen voor het exploiteren van een seksinrichting. In geschil is of de inspecteur terecht het standpunt heeft ingenomen dat sprake is van een dienstbetrekking tussen X bv en de dames die bij haar een kamer huren.

Rechtbank Den Haag is van mening dat wordt voldaan aan de drie criteria voor de aanwezigheid van een dienstbetrekking: gezagsverhouding, persoonlijke arbeid en de verplichting tot het betalen van loon . Dat sprake is van een gezagsverhouding leidt de rechtbank af uit de inhoud van het ondernemingsplan, alsmede de huis- en gedragsregels waaraan de dames zich moeten houden. X bv heeft de huis- en gedragregels opgesteld en ziet toe op de naleving daarvan. Dat sprake is van het verrichten van persoonlijke arbeid leidt de rechtbank af uit de omstandigheid dat de dames de arbeid persoonlijk dienen te verrichten als ze aanwezig zijn. Niet is in geschil dat klanten, wanneer ze gebruik maken van de diensten van de dames, € 35 moeten betalen, waarvan € 20 voor de dame en € 15 voor de kamerhuur is. De dames hebben geen invloed op deze prijs. X bv bewaart, voor de dames, hun deel van dit bedrag. In ruil daarvoor ontvangt de dame bij afgifte van het geld een muntje dat ze aan het eind van de dag kan omwisselen voor contant geld. Volgens de rechtbank moet de betaling door X bv aan de dames na inlevering van de muntjes worden beschouwd als een betaling van loon. Het beroep van X bv tegen de naheffingsaanslag loonheffingen over het jaar 2008 wordt ongegrond verklaard.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 2

Burgerlijk Wetboek Boek 7 610

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 9 augustus

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen