Het Ministerie van Financiën heeft de diensttijdvrijstelling voor werknemers die een diensttijd van 25 of 40 jaar bereiken voor het eerst geëvalueerd. Deze fiscale regeling wordt beoordeeld als beperkt doeltreffend en als niet doelmatig. Staatssecretaris van Financiën deelt het onderzoek met de Tweede Kamer.

De regeling kan als beperkt doeltreffend beoordeeld worden, omdat potentieel slechts 30-35% van alle werkende Nederlanders van de regeling gebruik zou kunnen maken. Het is ook niet duidelijk of werkgevers dankzij het bestaan van de diensttijdvrijstelling vaker een jubileumuitkering aan hun werknemers aanbieden dan het geval zou zijn indien de diensttijdvrijstelling niet bestond. De regeling is niet doelmatig, omdat hij beschouwd kan worden als een waardeoverdracht van de belastingbetaler naar relatief welvarende werknemers, de arbeidslocatie kan verstoren en voor bepaalde groepen bevoordelend is. Vanuit breed welvaartsperspectief is het twijfelachtig of het doel van de regeling nog nuttig is. De vrijstelling past minder in de huidige tijd waarin werknemers worden aangemoedigd om lerend en wendbaar te blijven. De uitkomsten van het onderzoek worden de komende tijd gewogen. Hierbij is het uitgangspunt dat voor een negatief geëvalueerde fiscale regeling moet worden bezien of de regeling wordt afgeschaft, versoberd, hervormd of gemotiveerd gehandhaafd. In het voorjaar van 2025 volgt een kabinetsreactie.

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 11

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Loonbelasting

Editie: 16 december

Informatiesoort: VN Vandaag

305

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen