Het kabinet benadrukt dat het alleen voorstander is van een digitaal rapportagesysteem met een elektronische facturatieverplichting ingeval een dergelijk systeem op termijn structureel de administratieve lasten voor ondernemers verlicht en de fraudebestrijding verbetert.

Dat antwoordt staatssecretaris Van Rij van Financiën op vragen van de vaste commissie voor Financiën inzake de richtlijn en verordening betreffende BTW-regels voor het digitale tijdperk. Het kabinet is momenteel terughoudend met het invoeren van rapportageverplichtingen voor binnenlandse transacties en kiest vooralsnog voor het behoud van de status quo op dit gebied.

Het kabinet pleit voor een implementatietraject waarbij de wettelijke kaders en de IT-specificaties duidelijk zijn afgestemd, voordat de operationele implementatie kan aanvangen. Daarbij wordt gedacht aan een gefaseerde invoering op onderdelen. De Belastingdienst blijft ook betrokken bij de Nederlandse inbreng bij de onderhandelingen, zodat het eindvoorstel goed te implementeren is.

In het voorstel wordt voorkomen dat kleine platforms voor prestaties in een andere lidstaat zich aldaar moeten registreren doordat de verschuldigde BTW via de OSS kan lopen. Overigens kunnen kleine platforms, afhankelijk van de (wisselende) grenzen die lidstaten hanteren, in beginsel ook een beroep doen op de Kleineondernemersregeling.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 24 april

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen