Aan X bv is in februari 2011 een herinnering gestuurd voor het doen van de VPB-aangifte over 2009. Deze wordt eind maart 2011 gevolgd een aanmaning. Op zowel de herinnering als de aanmaning staat het juiste vestigingadres van X bv. Aangezien er desondanks geen aangifte wordt gedaan, is een ambtshalve aanslag opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 1000 en wordt tegelijk een verzuimboete opgelegd van € 2460. Na bezwaar is een verlies vastgesteld van € 385, doch de boete wordt gehandhaafd. In geschil is of dat laatste terecht is. Rechtbank Breda oordeelt dat de boete disproportioneel is in vergelijking met de verzuimboete van € 226 die aan een natuurlijk persoon voor eenzelfde feit wordt opgelegd. De boete wordt daarom verlaagd tot € 452. De inspecteur heeft voor het overige voldaan aan zijn bewijslast dat de aanmaning is verzonden naar het juiste adres. Dit volgt uit de rapportage die is gemaakt van de (vier) bij de verzending betrokken geautomatiseerde systemen van de Belastingdienst. Het beroep van X bv is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a