Rechtbank Gelderland oordeelt dat de waterbron, de mestsilo, de kuilopvoeropslag en de mestplaat aanhorig zijn aan de gebouwen van de agrarische onderneming aangezien zij zijn gelegen naast de stallen. Afschrijving op deze activa is dan niet mogelijk.
X exploiteert een agrarische onderneming. In haar VPB-aangifte 2014 brengt X afschrijvingskosten ter zake van een waterbroninstallatie, een waterbron, een mestsilo, een kuilopvoeropslag, een mestplaat en de erfverharding in aftrek op de winst. De inspecteur staat de aftrek niet toe omdat de activa volgens hem aanhorig zijn aan de gebouwen van de agrarische onderneming. X stelt dat de activa dienstbaar zijn aan het productieproces en dus niet dienstbaar aan een gebouw, zodat de afschrijvingsbeperking van art 3.30a Wet IB 2001 niet van toepassing is.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de waterbron, de mestsilo, de kuilopvoeropslag en de mestplaat aanhorig zijn aan de gebouwen van de agrarische onderneming aangezien zij zijn gelegen naast de stallen. Zij behoren namelijk normaal gesproken bij de gebouwen van een agrarisch bedrijf, zijn daarbij in gebruik en zijn daaraan dienstbaar. Dit geldt volgens de rechtbank ook voor de erfverharding, aangezien deze er voor zorgt dat diverse gebouwen bereikbaar zijn. De waterbroninstallatie kwalificeert volgens de rechtbank als een werktuig, waarop kan worden afgeschreven. De afschrijving wordt vervolgens vastgesteld op € 24.
Lees ook het thema Afschrijving van bedrijfsmiddelen
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.30a
Wet inkomstenbelasting 2001 3.30
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Dossiers: Agro
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 25 juli