Naast zijn fulltime dienstverband bij zijn werkgever exploiteert X een eenmanszaak. In zijn IB-aangifte claimt hij aftrek van diverse kosten. Verder claimt hij de zelfstandigenaftrek, de startersaftrek en de investeringsaftrek. De inspecteur accepteert de geclaimde posten niet. X is het hier niet mee eens. In beroep accepteert de inspecteur uiteindelijk, nadat X enkele facturen heeft overgelegd, nog enkele kosten in aftrek. De aanslagen worden daarop verminderd. X gaat vervolgens in hoger beroep.
Hof Amsterdam oordeelt dat X de kosten die hij aan zijn partner heeft betaald niet in aftrek kan brengen. X maakt niet aannemelijk dat de gestelde vergoedingen verband houden met zijn onderneming. Ook heeft X geen recht op de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek. Naast het feit dat X reeds een fulltime dienstverband heeft, acht het hof van belang dat de overgelegde urenstaten te algemeen van aard zijn. X maakt dan ook niet aannemelijk dat hij aan het urencriterium voldoet. Omdat X ook niet aannemelijk maakt dat hij in een bedrijfsmiddel heeft geïnvesteerd, heeft hij geen recht op de investeringsaftrek. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.76
Wet inkomstenbelasting 2001 3.6
Instantie: Hof Amsterdam
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 25 november
Informatiesoort: VN Vandaag