Belanghebbende, X, is een naar Nederlands recht opgerichte vennootschap. In 2006 wijzigt haar vestigingsadres naar een adres in Singapore en wordt ook de formele zetel van het bestuur verplaatst naar dat land. X keert in 2010 dividenden uit aan haar enig aandeelhouder die op dat moment in Sint Maarten woont. X is bij de realisatie van de dividenduitkeringen – mede – geadviseerd vanuit Nederland en de Nederlandse Antillen. In geschil is of X over de dividenduitkeringen dividendbelasting is verschuldigd.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X na haar verplaatsing naar Singapore over de dividenduitkeringen in Nederland dividendbelasting is verschuldigd. De rechtbank is van oordeel dat X voor toepassing van het belastingverdrag met Singapore (het Verdrag) zowel inwoner is van Singapore als Nederland. De Belastingdienst maakt vervolgens aannemelijk dat X niet wordt ‘geleid en bestuurd’ vanuit Singapore in de zin van het verdrag, zodat X niet op grond van de ‘corporate tie-breaker’ wordt geacht inwoner van Singapore te zijn. Dat betekent dat het verdrag als zodanig niet in de weg staat aan de Nederlandse heffing van dividendbelasting. Ook wordt het heffingsrecht van Nederland niet beperkt door art. 20 van de Belastingregeling voor het Koninkrijk, omdat X voor dat geval niet aannemelijk maakt dat de feitelijke leiding van X op Sint Maarten ligt dan wel heeft gelegen. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 2
Wet op de dividendbelasting 1965 1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Dividendbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 12 september