Advocaat-generaal Wattel adviseert de Hoge Raad om de prejudiciële vragen in te trekken. Naar aanleiding van het arrest in de Deense zaak Fidelity Funds heeft het Hof van Justitie EU daar namelijk om verzocht. Gezien het arrest in die zaak zijn de vragen van de Hoge Raad voldoende beantwoord.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld in de zaak van een Duitse UCITS (1 augustus 2016, nr. 12/29, V-N 2016/43.13) en in de zaak van een ‘open-end’ beleggingsfonds uit het VK (‘X Fund‘, 1 augustus 2016, nr. 15/6759, V-N 2016/43.14). Op 3 maart 2017 heeft de Hoge Raad prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU gesteld in deze beide zaken (V-N 2017/15.14). X Fund heeft daarop haar beroepen ingetrokken. Naar aanleiding van een aanvullende prejudiciële vraag van de rechtbank (V-N 2017/29.10), heeft Advocaat-generaal Wattel een aanvullende conclusie gepubliceerd. Alhoewel de A-G in de ingetrokken zaak concludeerde dat het stellen van prejudiciële vragen geen zin heeft, besliste de Hoge Raad toch tot het stellen van prejudiciële vragen. Om nu de kortste klap te maken adviseert de A-G de Hoge Raad nu om de vragen in de ingetrokken zaak niet in te trekken, en het Hof van Justitie EU te verzoeken om de vraag toch te beantwoorden. De A-G wijst er daarbij op dat de zaken inmiddels al zijn gevoegd (C-156/17 en C-157/17).

Thans concludeert Advocaat-generaal Wattel tot intrekking van de prejudiciële vragen. Dit naar aanleiding van een verzoek van het Hof van Justitie EU dat volgt op het recente arrest in de Deense zaak Fidelity Funds (Hof van Justitie EU, 21 juni 2018, nr. C-408/16, V-N 2018/35.13). De A-G wijst de Hoge Raad er daarbij nog wel op dat kan worden overwogen om het Hof van Justitie EU op een principieel verschil te wijzen tussen het Nederlandse stelsel (intern consistent) en het Deense stelsel (niet intern consistent). Dit om het Hof van Justitie EU er alsnog van te overtuigen dat het Nederlandse stelsel, anders dan het Deense, niet discrimineert. De A-G verwacht daar echter niet veel van.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 63

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 28

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Vennootschapsbelasting, Dividendbelasting

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 9 oktober

Focus: Focus

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen