Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de te koop staande woning niet leeg staat en daarmee niet kwalificeert als eigen woning nu bewoning door dochter wordt gedoogd.
X is uitgezonden als beroepsmilitair en woont samen met zijn echtgenote in het buitenland. De woning van zijn echtgenote in Utrecht staat te koop. X' dochter besluit om in Utrecht te gaan studeren. Van 9 augustus 2013 tot 4 april 2016 bewoont zij de woning. In geschil is of de woning kwalificeert als eigen woning in de zin van art. 3.111 lid 2 Wet IB 2001.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de te koop staande woning niet leeg staat en daarmee niet kwalificeert als eigen woning. X' stelling dat de dochter fungeert als kraakwacht maakt hij niet aannemelijk. Uit de feiten en omstandigheden blijkt eerder dat er sprake is van een gedoogsituatie. Onder die omstandigheden staat de woning niet leeg en kan de woning niet kwalificeren als eigen woning in de zin van art. 3.111 lid 2 Wet IB 2001.
Lees ook het thema Eigenwoningregeling
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.111
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 27 november