De aandelen van belanghebbende, X bv, zijn in handen van D bv en E bv. X bv houdt zich bezig met het uitgeven van (sub)licenties van octrooien. In 2008 is een octrooi aan D bv verleend met betrekking tot brandwerende deuren. D bv heeft een exclusieve licentie aan X bv verstrekt voor de exploitatie van dit octrooi. In haar VPB-aangiften 2009 en 2010 claimt X bv toepassing van art. 12b Wet VPB 1969. Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv geen recht heeft op toepassing van art. 12b Wet VPB 1969 voor het octrooi met betrekking tot brandwerende deuren. De rechtbank wijst er hierbij op dat het octrooi aan D bv is verleend en niet aan X bv. Nu niet aan de voorwaarden van art. 12b Wet VPB 1969 wordt voldaan, is het gelijk aan de inspecteur. De aanslagen blijven in stand.
Hof Arnhem - Leeuwarden oordeelt dat X bv niet in aanmerking komt voor toepassing van de innovatiebox. X bv heeft zich ter zitting namelijk verenigd met het, volgens het hof, juiste, oordeel van de rechtbank. Verder heeft het hof de gemachtigde van X geweigerd bijstand te verlenen, omdat de strafrechter X in een voor vijf jaar had ontzet van het recht tot uitoefening van het beroep van belastingadviseur. Dat gemachtigde tegen het vonnis cassatie heeft ingesteld, acht het hof niet van belang. Volgens het hof is er namelijk sprake van ‘ernstige bezwaren' tegen de gemachtigde. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 12b
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 17 juli