Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat ten onrechte een gebruikelijk loon in aanmerking is genomen. De door X verrichte arbeid is van zodanig beperkte omvang dat het loon niet hoger is dan € 5000. De gebruikelijk-loonregeling is dan niet van toepassing.
Belanghebbende, X, houdt de aandelen in A bv. A bv verhuurt een aantal panden. Omdat X niet reageert op de uitnodiging tot het doen van aangifte, legt de inspecteur uiteindelijk ambtshalve een IB-aanslag op aan X. Hierbij wordt een gebruikelijk loon van € 15.000 in aanmerking genomen. X is het hier niet mee eens.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X aannemelijk maakt dat ten onrechte een gebruikelijk loon in aanmerking is genomen. Voor zover X al werkzaamheden heeft verricht voor de bv, is de arbeid van zodanig beperkte omvang dat het loon, volgens de maatstaven van art. 12a lid 1 Wet LB 1964, niet hoger zou zijn dan € 5000.De gebruikelijk-loonregeling is dan niet van toepassing. De rechtbank acht daarbij onder andere van belang dat de huurders rechtstreeks communiceren met werknemers van het vastgoedconcern van de vader van X. Verder wijst de rechtbank er op dat de bv grotendeels wordt gefinancierd door leningen bij de vader en het vastgoedconcern waarvan hij eigenaar is. Ook studeert X in Engeland en is zij in de onderhavige periode nog geen 20 jaren oud. De rechtbank vermindert de aanslag tot nihil.
Lees ook het thema Gebruikelijk loon.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 17 januari