Uit het rapport blijkt onder andere dat:
- I..
Er beperkt zicht is op het aantal en de omvang van ANBI's en SBBI's en of deze instellingen actief of slapend zijn. Ook houdt de Belastingdienst niet bij in welke mate er sprake is van misbruik of oneigenlijk gebruik van de ANBI- en SBBI-regelingen.
- II..
Toezicht en handhaving bij ANBI's en SBBI's beperkt is. Instellingen zijn na toekenning van de ANBI-status een 'tijd buiten beeld', totdat er een risicogerichte controle plaatsvindt of als de Belastingdienst signalen krijgt over een ANBI. Daarnaast worden de instellingen niet jaarlijks getoetst, maar periodiek eens in de zoveel jaren.
- III..
De integriteitstoets en het niet meer automatisch toekennen van de ANBI-status voor buitenlandse publiekrechtelijke lichamen mogelijk niet doeltreffend zijn door hoge administratieve lasten. Ook zijn de effecten van de regelingen niet meetbaar.
- iv..
Voor een afrekenverplichting en het bestedingscriterium (‘anti-oppoteis’) alternatieven mogelijk zijn die wellicht doeltreffender zijn.
Ook staan in het rapport aanbevelingen voor de ANBI- en SBBI-regelingen. Zo moet er wat betreft de ANBI-regeling meer zicht komen op de gegevens die de Belastingdienst nodig heeft en in het kader van doeltreffendheid en doelmatigheid meer worden ingezet op vormen van sectorale regelgeving, codes en zelfregulering, naast de eigen toezichtactiviteiten van de Belastingdienst. Tot slot wordt in het kader van de SBBI-regeling aanbevolen om data over het doelbereik helder te krijgen, zodat een analyse kan worden gemaakt van de doeltreffendheid en doelmatigheid, en inzicht kan worden gekregen of, en zo ja, waar, de SBBI-regeling verbeterd kan worden.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 5c
Algemene wet inzake rijksbelastingen 5b
Algemene wet inzake rijksbelastingen 1
[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 25 april
Informatiesoort: VN Vandaag