X is het niet eens met een naheffingsaanslag parkeerbelasting die de gemeente Amsterdam hem heeft opgelegd.
Hof Amsterdam onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat de verschuldigdheid van parkeerbelasting ter plaatse voldoende kenbaar is door de aanwezigheid van parkeerautomaten. Dat deze automaten bij het uitstappen niet gelijk zichtbaar waren voor X, doet hieraan niet af. Van een belanghebbende mag immers worden verwacht dat hij adequaat onderzoekt of parkeerbelasting verschuldigd is. Als een parkeerder dit niet voorafgaande aan het parkeren doet, bijvoorbeeld door het raadplegen van een geschikte website, houdt die onderzoeksplicht in: (a) dat hij, alvorens te parkeren, oplet of hij bebording ‘betaald parkeren', dan wel een parkeerautomaat, passeert, en ( b) dat hij, nadat hij heeft geparkeerd, zich enige inspanning getroost, bijvoorbeeld door het maken van een korte wandeling in de omgeving. Juist in een straat waarin zich op korte afstand van de Locatie ‘een knik' bevindt mag van een parkeerder verwacht worden dat hij een wandeling voorbij de knik maakt. Een wandeling van 55 meter (de ene kant op) of 110 meter (de andere kant op) is op zich zelf genomen niet te lang en geen ‘onevenredige inspanning' (zoals X meent). Volgens het hof heeft X niet aan deze onderzoeksplicht voldaan, zodat zijn hoger beroep ongegrond is.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 11 april