A, de echtgenoot van belanghebbende, X, houdt de aandelen in pensioen-bv Z. Z bv heeft onder andere ten behoeve van X een pensioenregeling in eigen beheer getroffen. Naar aanleiding van een statutenwijziging wordt in 2011 het nominaal kapitaal van de aandelen afgestempeld. Z bv betaalt daarbij € 233.000 terug aan A. De inspecteur is van mening dat de terugbetaling van kapitaal door Z bv aan A impliciet meebrengt dat X haar pensioenaanspraak heeft prijsgegeven. Hij legt daarom een IB-navorderingsaanslag 2011 op aan X waarbij de gehele pensioenaanspraak ineens wordt belast als loon uit vroegere dienstbetrekking. X is van mening dat de pensioenaanspraak op het onmiddellijk aan de afstempeling van de aandelen voorafgaande tijdstip niet voor verwezenlijking vatbaar was, omdat het vermogen van de bv negatief was.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat niet aannemelijk wordt gemaakt dat de pensioenaanspraak van X niet voor verwezenlijking vatbaar was op het onmiddellijke tijdstip voorafgaande aan het moment van de terugbetaling van het aandelenkapitaal. Dat de bv een negatief eigen vermogen had en dat sprake was van onderdekking van de pensioenaanspraak, maakt niet dat de pensioenaanspraak wegens dwingende maatschappelijke redenen geheel, dan wel gedeeltelijk, niet voor verwezenlijking vatbaar was. De rechtbank acht daarbij van belang dat het voor Z bv niet onmogelijk was om aan haar toekomstige pensioenverplichtingen te kunnen blijven voldoen. Dit gezien de aanwezige activa en het feit dat in 2016 nog pensioen aan A is betaald. De navorderingsaanslag blijft in stand.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 19b
Wet inkomstenbelasting 2001 3.81
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 9 april