Rechtbank Gelderland oordeelt dat een VSO tot stand is gekomen en dat de inspecteur het van de bank terugontvangen bedrag terecht tot het ROW van X heeft gerekend. De gemachtigde van X heeft de VSO namelijk per mail van 23 december 2008 namens X aanvaard.

X leent € 900.000 van de bank voor de financiering van een onderhandse lening aan A bv, waar X aandelen in houdt. X leent dit bedrag in 2002 door aan A bv. In verband met de kredietstop die de bank doorvoert, start X een procedure tegen de bank. De gemachtigde van X en de inspecteur stellen een VSO op, op grond waarvan een betaling door de bank tot het ROW moet worden gerekend. X wordt door de rechtbank veroordeeld om € 992.850 te betalen aan de bank. In hoger beroep oordeelt het hof dat X slechts € 297.855 hoeft te betalen. De bank betaalt daarop in 2010 € 997.120 terug aan X. Omdat de inspecteur in 2016 vaststelt dat X het terugontvangen bedrag van de bank niet als ROW heeft verantwoord, legt hij een navorderingsaanslag inkomstenbelasting 2010 op aan X. X stelt dat geen VSO tot stand is gekomen. Rechtbank Gelderland oordeelt dat een VSO tot stand is gekomen en dat de inspecteur het van de bank terugontvangen bedrag terecht tot het ROW van X heeft gerekend. De gemachtigde van X heeft de VSO namelijk per mail van 23 december 2008 namens X aanvaard. Dat er geen ondertekende versie van de VSO is, is niet van belang. Er is een rechtsgeldige overeenkomst tot stand gekomen. De rechtbank verwerpt verder ook de stelling van X dat het door de bank terugbetaalde bedrag niet ziet op de lening van € 900.000, maar op een betaling in verband met in privé verkocht vastgoed. Volgens de rechtbank heeft de bank met de terugbetaling uitvoering gegeven aan het vonnis van het hof. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.92

Instantie: Rechtbank Gelderland

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 3 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

622

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen