Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een huurprijs die is vastgesteld door de Bedrijfshuuradviescommissie van de Kamer van Koophandel niet geschikt is om gebruikt te worden bij het bepalen van de WOZ-waarde. 

X is eigenaar van een pand bestaande uit een winkelruimte op de begane grond en drie verdiepingen. X verhuurt het pand sinds 2000 aan een bv. Destijds is een huurovereenkomst gesloten voor tien jaar tegen een jaarhuur van € 76.596. Na afloop van deze huurtermijn is de huurovereenkomst verlengd voor een periode van vijf jaar. Omdat partijen het niet eens konden worden over de huur, is de huurprijs door de Bedrijfshuuradviescommissie van de Kamer van Koophandel vastgesteld op € 96.802 exclusief btw. X betoogt dat de WOZ-waarde gelijk is aan 14,7 maal deze feitelijke huurprijs.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een huurprijs die is vastgesteld door de Bedrijfshuuradviescommissie van de Kamer van Koophandel niet geschikt is om gebruikt te worden bij het bepalen van de WOZ-waarde. De vaststelling door deze commissie geschiedt niet overeenkomstig de waarderingsvoorschriften van de Wet WOZ. Het hof acht de door de gemeente gehanteerde huurwaarde van € 122.479 echter te hoog. De gemeente heeft onvoldoende rekening gehouden met het feit dat de verdiepingen alleen bereikbaar zijn via een trap achterin, ze niet afzonderlijk verhuurd kunnen worden, niet bruikbaar zijn als winkelruimte en het niet mogelijk is om van de verdiepingen woonruimte te maken. Het hof schat de huurwaarde op € 100.000 en komt uit op een WOZ-waarde van € 1.470.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 24 oktober

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen