Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat sprake is van een verkapte winstuitdeling aan X. De inspecteur maakt aannemelijk dat de uitgaven enkel door de bv zijn gedaan ter bevrediging van de persoonlijke behoeften van X als aandeelhouder.
Belanghebbende, X, houdt de aandelen in Q bv. Q bv exploiteert een agrarisch bedrijf en X bewoont de bedrijfswoning bij de onderneming. In verband met de opvolging door A, de dochter van X, en het feit dat X de bedrijfswoning niet wil verlaten, koopt Q bv voor € 637.500 een nieuwe woning voor X. Deze woning wordt qua voorzieningen en comfort op gelijk niveau gebracht als de bedrijfswoning. De kosten hiervoor bedragen € 373.415. De bv verhuurt de woning vervolgens voor € 1000 per maand aan X. Eind 2014 wordt de woning aan X verkocht voor € 570.000 en eind 2016 worden de aandelen Q bv overgedragen aan A. De inspecteur merkt het bedrag van € 373.415 aan als een uitdeling en legt IB-navorderingsaanslagen 2013 op aan X en zijn vrouw.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat sprake is van een verkapte winstuitdeling aan X. De inspecteur maakt aannemelijk dat de uitgaven enkel door de bv zijn gedaan ter bevrediging van de persoonlijke behoeften van X als aandeelhouder. Volgens de rechtbank zou de bv in een zakelijke verhouding het pand niet hebben verbouwd voor € 373.415, om het vervolgens te gaan verhuren voor € 1000 per maand. De rechtbank wijst daarbij op de uitspraak van Hof ’s-Hertogenbosch (14 maart 2023, 22/00219, V-N 2023/33.31.21) over de VPB-procedure van Q bv. De navorderingsaanslagen blijven in stand.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 4.13
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 27 februari
Informatiesoort: VN Vandaag