Holger Forstmann Transporte GmbH & Co. KG koopt een truck bij Daimler AG. De truck is uitgerust met een brandstofreservoir van 780 liter. HFT laat dit reservoir door een carrosseriebedrijf verplaatsen en laat tevens een tweede reservoir van 780 liter plaatsen. In 2012 legt de Duitse fiscus een energieheffing aan HFT op in verband met in Nederland getankte brandstof. Volgens de Duitse fiscus vormden de beide brandstofreservoirs namelijk geen normale reservoirs die blijvend door de fabrikant van het voertuig waren aangebracht, zodat de brandstof in de beide reservoirs niet kan worden vrijgesteld. De Duitse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.
Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat onder het begrip ‘normale reservoirs' reservoirs vallen die blijvend in of aan bedrijfsmotorvoertuigen zijn aangebracht en bestemd zijn om deze voertuigen rechtstreeks van brandstof te voorzien. Volgens het HvJ EU worden hiertoe ook gerekend de reservoirs die door iemand anders dan de fabrikant zijn aangebracht. Hierbij geldt dan wel dat die reservoirs het rechtstreeks verbruik van brandstof mogelijk moeten maken, zowel voor de voortbeweging van die voertuigen als de werking van koelsystemen en andere systemen tijdens het vervoer.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 12 september