Holger Forstmann Transporte GmbH & Co. KG koopt een truck bij Daimler AG. De truck is uitgerust met een brandstofreservoir van 780 liter. HFT laat dit reservoir door een carrosseriebedrijf verplaatsen en laat tevens een tweede reservoir van 780 liter plaatsen. In 2012 legt de Duitse fiscus een energieheffing aan HFT op in verband met in Nederland getankte brandstof. Volgens de Duitse fiscus vormden de beide brandstofreservoirs namelijk geen normale reservoirs die blijvend door de fabrikant van het voertuig waren aangebracht, zodat de brandstof in de beide reservoirs niet kan worden vrijgesteld. De Duitse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.
Advocaat-generaal (A-G) Szpunar concludeert dat het begrip ‘normale reservoirs' alle blijvend in of aan bedrijfsvoertuigen aangebrachte reservoirs omvat die dienen om die voertuigen rechtstreeks van brandstof te voorzien. De A-G overweegt daarbij dat, gezien het doel van art. 24 EG-richtlijn 2003/96, niet de herkomst van het brandstofreservoir relevant is, maar de vraag of de brandstof dient voor de voortbeweging van het voertuig.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
Editie: 6 mei