Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv geen recht heeft op teruggaaf van de btw. Door een overeenkomst met de curator te sluiten is er geen sprake van een ‘niet ontvangen vergoeding' als bedoeld in art. 29 lid 1 Wet OB 1968.

C bv stelt goederen ter beschikking aan belanghebbende, X bv. Na bewerking van deze goederen neemt C bv ze weer van X bv af. X bv factureert voor de werkzaamheden ruim € 1 mln aan C bv en draagt de btw af. C bv blijft echter in gebreke bij het betalen van de factuur. C bv gaat failliet. X bv sluit vervolgens een overeenkomst met de curator. Op grond van deze overeenkomst koopt X bv de bewerkte goederen, met een waarde van circa € 2,5 mln voor € 350.000. Tevens doet X bv afstand van het recht enige vordering in het faillissement van C bv in te dienen. X bv verzoekt vervolgens om teruggaaf van de niet-betaalde btw. Volgens de inspecteur heeft X bv geen recht op de teruggaaf.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv geen recht heeft op teruggaaf van de btw. Volgens de rechtbank is er namelijk geen sprake van een ‘niet ontvangen vergoeding' als bedoeld in art. 29 lid 1 Wet OB 1968. De rechtbank overweegt hierbij dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de factuur, de waarde van de overgenomen orderportefeuille en de vordering op C bv. De rechtbank acht hierbij van belang dat bij het vaststellen van de koopsom en de geschatte opbrengst van de goederen, is uitgegaan van de vordering die X bv op C bv had. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 29

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 23 september

27

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen