Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt na verwijzing dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat X heeft voldaan aan het 90 dagencriterium.

X is eigenaar van een gemeubileerde woning in Ameland zonder in deze gemeente hoofdverblijf te houden. De heffingsambtenaar legt aan X op 15 september 2017 een aanslag forensenbelasting op over het nog lopende jaar 2017. Hof Arnhem-Leeuwarden vernietigt die aanslag omdat de heffingsambtenaar op dat tijdstip nog niet over alle benodigde gegevens zou beschikken. De Hoge Raad corrigeert het oordeel van het hof en verwijst de zaak naar Hof ’s-Hertogenbosch. Dat hof moet mede aan de hand van de verhuurovereenkomst die X heeft gesloten onderzoeken of is voldaan aan het 90 dagencriterium voor de forensenbelasting.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt na verwijzing dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat X heeft voldaan aan het 90 dagencriterium. Dat X niet heeft gereageerd op de informatiebeschikking van de heffingsambtenaar kan niet leiden tot omkering van de bewijslast. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat door een fout van de heffingsambtenaar in deze zaak de bezwaarfase is overgeslagen. De zaak is daardoor (overigens met instemming van X) meteen doorgegaan naar de beroepsfase. In die fase mag de heffingsambtenaar niet zonder toestemming van de rechtbank een informatiebeschikking geven. Dat X op die informatiebeschikking niet heeft gereageerd, blijft dus zonder gevolgen voor hem. Het hoger beroep van X is gegrond, de aanslag komt te vervallen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 223

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 29 april

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen