Advocaat-generaal Rantos concludeert dat art. 9 bis EU-Uitvoeringsverordening 282/2011 geldig is. Deze bepaling neemt namelijk de essentiële algemene doelstellingen van art. 28 Btw‑richtlijn in acht en is noodzakelijk of nuttig voor de uitvoering van dat artikel.

Fenix International Ltd. exploiteert via een onlineplatform een socialmediasite (OnlyFans). Fenix neemt de inning en de distributie van de door de gebruikers gedane betalingen op zich en keert vergoedingen uit aan de contentmakers. Hierbij houdt Fenix een fee van 20% in. Fenix houdt de fee aan als heffingsgrondslag voor de BTW. Volgens de Britse Belastingdienst vormen de betalingen door de gebruikers echter de BTW-heffingsgrondslag. Volgens de fiscus moet Fenix namelijk worden beschouwd als handelend in eigen naam op grond van art. 9 bis EU-Uitvoeringsverordening 282/2011. Volgens Fenix is deze bepaling echter niet geldig en valt zij niet binnen de werkingssfeer van deze bepaling. De Britse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.  

Advocaat-generaal Rantos concludeert dat art. 9 bis EU-Uitvoeringsverordening 282/2011 geldig is. Deze bepaling neemt namelijk de essentiële algemene doelstellingen van art. 28 Btw‑richtlijn in acht, is noodzakelijk of nuttig voor de uitvoering van dat artikel en bepaalt het artikel nader zonder het aan te vullen of te wijzigen. De Raad van de Europese Unie heeft met de vaststelling van art. 9 bis EU-Uitvoeringsverordening 282/2011 niet de grenzen overschreden van de uitvoeringsbevoegdheid die hem is toegekend.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)

Editie: 19 september

104

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen