Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur ten aanzien van de boete heeft voldaan aan de mededelingsplicht. Uit de motivering op de naheffingsaanslag blijkt namelijk dat X wordt verweten dat zij geen overdrachtsbelasting heeft voldaan terwijl zij dat wel had moeten doen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Stichting X verkoopt medio 2016 de economische eigendom van het erfpachtrecht van een onroerende zaak. In de aangifte overdrachtsbelasting verwijst X naar een bijlage. In de bijlage wordt onder andere gewezen op een verzoek tot minnelijke taxatie. In de aangifte wordt geen waarde van de onroerende zaak opgegeven en ook wordt geen overdrachtsbelasting voldaan. De waarde van de onroerende zaak wordt vervolgens vastgesteld op € 2,2 mln. De inspecteur legt een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op met een boete van € 4400. X is het niet eens met de aan haar opgelegde boete.
Hof Amsterdam (V-N 2020/47.1.1) oordeelt dat de inspecteur ten aanzien van de boete heeft voldaan aan de mededelingsplicht. Uit de motivering op de naheffingsaanslag blijkt namelijk dat X wordt verweten dat zij geen overdrachtsbelasting heeft voldaan terwijl zij dat wel had moeten doen. Ook vermeldt de motivering de materiële boetebepaling (art. 67c AWR). Het hof verwerpt vervolgens nog het beroep van X op AVAS. X wist namelijk ten tijde van het ontstaan van de belastingschuld dat de onroerende zaak een waarde had. Dat er voor verschillende doeleinden verschillende waardes van de onroerende zaak in omloop waren, is niet van belang. Dit ontslaat X er namelijk niet van om de belasting over een haar bekende waarde op aangifte te voldoen. Ook is van belang dat X er mee bekend was dat die waarde niet nihil kon zijn. De stelling van X dat sprake is van een pleitbaar standpunt, wordt ook verworpen. Het is niet verdedigbaar om in het geheel geen overdrachtsbelasting te voldoen. Dat er in de aangifte op is gewezen dat een minnelijke taxatie is aangevraagd, is daarbij niet van belang.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 24 februari