Rechtbank Gelderland oordeelt niet tot omkering van de bewijslast omdat de inspecteur, gelet op de geloofwaardige verklaring van X en de gang van zaken, niet aannemelijk maakt dat X zich ervan bewust was dat hij een onjuiste aangifte heeft gedaan.
Belanghebbende, X, krijgt een aanslag IB opgelegd waarbij de inspecteur afwijkt van de gedane aangifte, omdat X geen inkomsten uit hennepkwekerij heeft aangegeven. Op grond van het Convenant Aanpak Hennepteelt is de Belastingdienst door de politie geïnformeerd dat bij X in zijn huurhuis een hennepkwekerij is aangetroffen. De inspecteur corrigeert de aangifte van X met een bedrag gebaseerd op de berekening van de politie van het wederrechtelijk verkregen voordeel (van € 33.976), en verhoogt de aanslag met een vergrijpboete van 50%. X gaat in beroep.
Rechtbank Gelderland gelooft de verklaring van X dat hij niet wist dat hij de inkomsten uit de hennepkwekerij in de aangifte moest opnemen. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de inspecteur uitstel heeft verleend voor de beantwoording van de vragenbrieven over de inkomsten uit de hennepkwekerij. De rechtbank oordeelt dat de bewijslast niet moet worden omgekeerd en verzwaard. De rechtbank sluit voor de bepaling van het voordeel uit de hennepkwekerij aan bij het door de politierechter in het ontnemingsvonnis berekende bedrag van € 28.000. Tot slot vernietigt de rechtbank de vergrijpboete omdat niet aannemelijk is dat X bewust een onjuiste aangifte heeft gedaan, zodat ook van (voorwaardelijk) opzet geen sprake is. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond.
Lees ook het thema Beroep: rechtsbescherming door de belastingrechter
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e