UAB Medicinos Bankas verstrekt in 2007 een lening aan UAB Sostinės būstai voor de uitvoering van vastgoedontwikkelingsactiviteiten. SB vestigt daarbij een hypotheek voor de bank op een perceel grond. UAB HA.EN neemt in 2015 de vordering op SB, die inmiddels insolvent is, over van de bank. Omdat de openbare verkoop geen resultaat heeft, biedt SB HA.EN aan om het pand te kopen. HA.EN gaat in op dit aanbod. Na de overdracht van het pand gaat SB failliet. De Litouwse fiscus weigert om de BTW-voorbelasting ter zake van de verkoop van het pand aan HA.EN terug te geven. Volgens de fiscus wist HA.EN namelijk dat SB insolvent was en de BTW is niet afgedragen door SB. De Litouwse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat Litouwen weigert om aftrek van de voorbelasting te verlenen aan HA.EN alleen maar omdat SB ten tijde van de transactie insolvent is. Dat SB de BTW eventueel niet zou afdragen of zou kunnen afdragen, is niet van belang.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 16 september