Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de tot en met 1994 bij de NAVO opgebouwde pensioenaanspraken niet belast zijn in box 1 en box 3.
Sinds 1 juli 2006 ontvangt X van de NAVO een ouderdomspensioen, een household allowance en een tax-adjustment. De inspecteur belast het pensioen conform de uitgangspunten van het Besluit Pensioenen Internationale Organisaties (hierna: BPIO; zie V-N 2022/40.5). Het pensioen, exclusief household allowance en tax-adjustment, is voor 2/3e deel belast in box 1 en 1/3e belast in box 3. In geschil is of het pensioen terecht en op de juiste wijze in de heffing is betrokken.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de aanslagen inkomstenbelasting over de jaren 2006 tot en met 2018 te hoog heeft vastgesteld. De opgebouwde pensioenaanspraken vallen uiteen in drie delen. Het eerste deel is opgebouwd tot en met 1994 en betreft fiscaal onzuiver pensioen. Die pensioenaanspraken en de daaruit voortvloeiende pensioenuitkeringen zijn vrijgesteld van de inkomstenbelastingheffing in box 1 en box 3. X maakt niet aannemelijk dat voor het tweede deel werkgeversbijdragen zijn betaald en dat voor het derde deel heffing heeft plaatsgevonden die overeenkomt met de inkomstenbelasting of de loonbelasting. Op grond van het BPIO wordt 2/3e van de uitkeringen met betrekking tot de pensioendelen 1 en 2 belast in box 1 en het restant in box 3. De household allowance en tax-adjustment zijn volledig belast in box 1 omdat het geen opgebouwde aanspraken betreft die een onderdeel vormen van het pensioen. De beroepen zijn gegrond.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 19
Wet inkomstenbelasting 2001 3.82
Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 O
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Editie: 17 april
Informatiesoort: VN Vandaag