Het Gerecht oordeelt dat het verlenen van staatssteun aan Austrian Airlines (AUA) niet indruist tegen het non-discriminatiebeginsel. Het was gerechtvaardigd om het uit de maatregel voortvloeiende voordeel enkel toe te kennen aan AUA.
In het kader van de maatregelen in verband met de COVID-19-pandemie verleent Oostenrijk steun aan het tot het (Duitse) Lufthansa-concern behorende Austrian Airlines AG (AUA). De Europese Commissie stelt vast dat hierbij sprake is van staatssteun, maar dat deze verenigbaar is met de interne markt. Ryanair DAC en Laudamotion GmbH verzoeken het Gerecht om het besluit van de EC nietig te verklaren.
Het Gerecht oordeelt dat het verlenen van staatssteun aan Austrian Airlines AG niet indruist tegen het non-discriminatiebeginsel. Het was gerechtvaardigd om het uit de maatregel voortvloeiende voordeel enkel toe te kennen aan AUA. Ook wordt de stelling dat de vrijheid van vestiging of de vrijheid van dienstverrichting worden belemmerd verworpen. Ryanair en Laudamotion tonen namelijk niet aan hoe het exclusieve karakter van de steunmaatregel hen ervan kan weerhouden om zich in Oostenrijk te vestigen of om diensten te verrichten vanuit Oostenrijk of met dit land als bestemming. Het Gerecht verwerpt het beroep van Ryanair en Laudamotion.
Wetsartikelen:
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 107
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Instantie: Gerecht van de Europese Unie
Editie: 16 juli