Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het incidentele hoger beroep van de inspecteur niet-ontvankelijk is, aangezien hij al is overgegaan tot ambtshalve vermindering van de aanslag tot de door de rechtbank vastgestelde bedragen. Gelet op de ambtshalve vermindering van de aanslag in de hogerberoepsfase, kan de aanslag niet op een hoger bedrag worden vastgesteld dan deze na vermindering luidt.

Belanghebbende, de heer X, is directeur-grootaandeelhouder van A bv. X is in 1999 met de bv een maatschap ter verwerving en exploitatie van registergoederen aangegaan. X en de bv hebben hierin diverse onroerende zaken ingebracht, deels echter onder voorbehoud van de stille reserves. Eind 2001 blijkt dat de gemeente belangstelling voor deze onroerende zaken heeft. Er zit namelijk een ondergrondse beek onder. De gemeente wil deze bovengronds maken en er vervolgens een wandelpad aanleggen. In 2004 verwerft X daarom van een derde een buurperceel grond. Eind 2004 verkoopt X alle betreffende onroerende zaken aan de gemeente voor € 915.000. In geschil is of de inspecteur de verkoopprijs daarvan juist over de verkochte zaken heeft verdeeld, alsmede de hoogte van het resultaat uit overige werkzaamheden. Rechtbank Arnhem verklaart het beroep van X deels gegrond. X gaat in hoger beroep. De inspecteur gaat incidenteel in hoger beroep, doch verlaagt de aanslag ook ambtshalve. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het incidentele hoger beroep van de inspecteur niet-ontvankelijk is, aangezien hij al is overgegaan tot ambtshalve vermindering van de aanslag tot de door de rechtbank vastgestelde bedragen. De inspecteur heeft geen gebruik gemaakt van zijn recht tot opschorting conform art. 27h lid 5 AWR. Het doet er niet toe dat de inspecteur ten tijde van de vermindering zich niet bewust was van de gevolgen hiervan voor zijn hoger beroep. Het hoger beroep van X is ongegrond. X beroept zich vergeefs op de verdeling die is opgenomen in de leveringsakte en een taxatierapport van zijn makelaar. Per saldo zou zijn belastbare inkomen uit werk en woning hoger moeten zijn dan door de rechtbank is vastgesteld. Gelet echter op de ambtshalve vermindering van de aanslag in de hogerberoepsfase, kan de aanslag niet op een hoger bedrag worden vastgesteld dan deze na vermindering luidt.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27h

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 29 oktober

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen