Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur van een correcte CO2-uitstoot uitgaat door de Scandinavische rekenmethode toe te passen, gebaseerd op het Duitse kentekenbewijs. De rechtbank stelt de historische nieuwprijs zelf vast, wat leidt tot een hogere naheffingsaanslag BPM. Daarom blijft de oorspronkelijke naheffingsaanslag in stand.

Belanghebbende, X, voldoet een bedrag van € 4.855 aan BPM ter registratie van een motorrijtuig. X gaat hierbij uit van een CO2-uitstoot van 141 gr/km. De inspecteur hanteert een CO2-uitstoot van 243 gr/km zoals vermeld op het Duitse kentekenbewijs en legt een naheffingsaanslag op van € 8.687. In geschil is of de naheffingsaanslag terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd. Meer specifiek is daarbij in geschil de hoogte van de CO2-uitstoot en de historische nieuwprijs.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur van een correcte CO2-uitstoot uitgaat door de Scandinavische rekenmethode toe te passen, gebaseerd op het Duitse kentekenbewijs. De rechtbank stelt de historische nieuwprijs zelf vast, conform de koerslijst van AutotelexPro, wat leidt tot een bedrag aan verschuldigde BPM van € 25.522. Omdat dit leidt tot een hogere naheffingsaanslag, blijft de oorspronkelijke naheffingsaanslag in stand. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 24 mei

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen