Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv niet zakelijk heeft gehandeld door het risico van de gevolgen van een rentedaling niet af te dekken ten opzichte van A. Er is dan ook terecht een uitdeling in aanmerking genomen.
De Rabobank verstrekt een investeringskrediet aan belanghebbende, X bv, tegen een rente die gelijk is aan de 1-maands Euribor, verhoogd met een opslag van 1%. Het krediet dient om haar dga, A, in staat te stellen om een herenboerderij te realiseren. Om het renterisico af te dekken, sluit X bv een renteswapovereenkomst met de Rabobank. Vervolgens verstrekt X bv een lening aan A voor de bouw van de herenboerderij, tegen een rente van 1,9%. In de jaren 2010, 2011 en 2012 is de rente die X bv in verband met de renteswap aan de Rabobank moet betalen hoger dan de rente die de Rabobank aan X bv moet betalen. X bv berekent de kosten van de renteswap niet door aan A. Volgens de inspecteur heeft X bv hiermee een uitdeling verstrekt aan A.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv niet zakelijk heeft gehandeld door het risico van de gevolgen van een rentedaling niet af te dekken ten opzichte van A. De inspecteur heeft dan ook terecht vastgesteld dat er sprake is van een uitdeling. De rechtbank overweegt hierbij dat het aannemelijk is dat X bv de renteswapovereenkomst ook heeft gesloten met het oog op de te verstrekken financiering aan A. Door geen afspraak te maken over het doorberekenen van de kosten van de renteswap is er onzakelijk gehandeld.
Lees ook het thema De onzakelijke lening.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 11 juli
Carrousel: Carrousel