De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb bij het vaststellen van het AOW-pensioen van X terecht rekening heeft gehouden met de periodes dat hij in Frankrijk heeft gewerkt. EG-Verordening 1408/71 is van toepassing op de situatie van X.

X verricht in de jaren 1982 - 1988 gedurende periodes variërend van drie tot zes maanden per jaar seizoenswerk in Frankrijk. Vanaf 1 oktober 2004 werkt X in Frankrijk en in mei 2005 verhuist hij vervolgens naar Frankrijk. Volgens zijn pensioenoverzicht heeft X 60% van het maximale ouderdomspensioen op grond van de AOW opgebouwd. Volgens de Svb is X gedurende de periodes dat hij in Frankrijk werkte niet verzekerd geweest voor de AOW. X is het daar niet mee eens. Hij stelt onder andere dat EG-Verordening 1408/71 niet van toepassing is.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb bij het vaststellen van het AOW-pensioen van X terecht rekening heeft gehouden met de periodes dat hij in Frankrijk heeft gewerkt. EG-Verordening 1408/71 is van toepassing op de situatie van X. Dat het Franse pensioen anders wordt opgebouwd dan de AOW maakt niet dat EG-Verordening 1408/71 niet van toepassing is. Ook het Franse pensioen ziet namelijk op een uitkering bij ouderdom. Voor het seizoenswerk geldt verder dat er geen overlap is van de in Frankrijk verrichte werkzaamheden en de in Nederland verrichte werkzaamheden. X werkte niet tegelijk in Nederland en Frankrijk, maar afwisselend. X placht dan ook niet op het grondgebied van meerdere lidstaten te werken in de zin van art. 14 lid 2 onderdeel b EG-Verordening 1408/71. Het hoger beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema Internationale sociale zekerheid.

[Bron Uitspraak]

Instantie: Centrale Raad van Beroep

Rubriek: Internationale sociale zekerheid, Sociale zekerheid ouderen

Editie: 30 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

677

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen