Hof Arnhem oordeelt dat agrariër X het voorwaardelijke recht tot koop van twee bouwpercelen bij de staking van zijn onderneming in 2000 over had moeten brengen naar zijn privévermogen. Bij vervreemding van het recht in 2003 echter is op het voordeel de landbouwvrijstelling van toepassing.

Belanghebbende, X, is agrariër. Tot zijn ondernemingsvermogen behoort een perceel landbouwgrond dat hij in 1999 aan een projectontwikkelaar verkoopt. Hij mag het perceel na de levering nog ten minste 73 maanden voor agrarische doeleinden blijven gebruiken. Bij de verkoop van het perceel verkrijgt X een voorwaardelijk recht om twee bouwkavels uit te kiezen. Vanaf de staking van zijn onderneming op 1 mei 2000 verpacht X het perceel aan zijn buurman, een landbouwer, die het perceel voor agrarische doeleinden gebruikt. X rekent het recht op de twee bouwkavels steeds tot zijn ondernemingsvermogen. X sluit met de inspecteur een vaststellingsovereenkomst over de boekwinst die is ontstaan door de verkoop van het perceel grond. In 2003 schenkt X het voorwaardelijke recht op de twee bouwkavels aan zijn dochter onder de verplichting om op eerste vordering € 26.027 te voldoen. X waardeert het recht op € 30.170 en vermeldt in zijn aangifte IB 2003 dat hij in verband met de overdracht van het recht een winst van € 30.170 geniet waarop de landbouwvrijstelling van toepassing is. De inspecteur daarentegen berekent de waarde in het economische verkeer van het voorwaardelijk recht op € 125.000 en rekent dat bedrag tot de winst.

Hof Arnhem oordeelt dat X het verkregen voorwaardelijk recht tot zijn ondernemingsvermogen heeft mogen rekenen en dat hij dit recht bij de staking van de onderneming in 2000 naar het privévermogen had moeten brengen. De inspecteur maakt niet aannemelijk dat X het recht bij de staking heeft aangehouden in afwachting van een geschikte gelegenheid tot vervreemding. Er zijn geen aanwijzingen dat X ten tijde van de staking het voornemen had het recht aan zijn dochter te schenken. Het recht is echter niet overgebracht naar privé en dat moet in het jaar 2003 worden hersteld. Op het gehele in 2003 in de winst te betrekken voordeel is echter de landbouwvrijstelling (zoals die luidt op 27 juni 2000) van toepassing. Omdat het herstel van de fout in 2003 voor X niet tot een fiscaal nadeel leidt, is het aanbieden van een redelijke tegemoetkoming niet meer aan de orde. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep van de inspecteur ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem

15

Gerelateerde artikelen