Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur de aanslag niet naar willekeur heeft vastgesteld. De inspecteur heeft de winst namelijk geschat aan de hand van de btw-aangiften. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

Omdat X bv geen VPB-aangifte 2007 indient, legt de inspecteur ambtshalve een aanslag op naar een belastbare winst van € 100.000. De inspecteur baseert zich daarbij op de omzetgegevens, waaruit blijkt dat de omzet in 2007 ruim € 1,1 mln heeft bedragen. X bv stelt echter dat de belastbare winst negatief is, maar onderbouwt dit niet. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X bv niet aan de op haar rustende verzwaarde bewijslast heeft voldaan om overtuigend aan te tonen dat de winst te hoog is vastgesteld, en laat de aanslag in stand.

Hof Amsterdam (MK III, 17 juli 2014, 13/00311, V-N Vandaag 2014/1646) oordeelt dat de inspecteur de aanslag niet naar willekeur heeft vastgesteld. Het hof overweegt daarbij dat de inspecteur de winst heeft geschat aan de hand van de btw-aangiften. Het hof gaat voorbij aan de niet-onderbouwde berekening van X bv. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 25 maart

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen