X is eigenaar van een winkelpand in de gemeente Rotterdam met een slechte fundering. In 2012 heeft funderingsherstel plaatsgevonden. In geschil is of de gemeente bij het bepalen van de WOZ-waarde 2013 voldoende rekening heeft gehouden met de kosten van het funderingsherstel.
Hof Den Haag oordeelt dat X op grond van ongepubliceerd beleid van B. en W. recht heeft op een (tijdelijke) korting op de WOZ-waarde ter grootte van de volledige kosten van het funderingsherstel. Het hof overweegt dat moet worden gekeken naar de toestand van het pand op de waardepeildatum 1 januari 2012. Het herstel van de fundering in 2012 is geen reden om de toestandsdatum te verleggen naar 1 januari 2013. Tot het geding behoort een brief van de (voormalige) wethouder Wonen en Ruimtelijke Ordening aan de Raadscommissie voor Fysieke Infrastructuur Buitenruimte en Sport. Gelet op de in deze brief gebruikte bewoordingen "Het college wil eigenaren perspectief bieden om een oplossing te vinden. Wij doen dit door middel van een tijdelijke verlaging van de OZB (…)" en "Eigenaren die bij de gemeentelijke belastingdienst het rapport m.b.t. een funderingsonderzoek overleggen waaruit blijkt dat de fundering moet worden hersteld, krijgen een korting op de OZB-waarde die even groot is als de kosten van het herstel" dient ervan te worden uitgegaan dat er sprake is van niet-gepubliceerd begunstigend beleid van B. en W. X heeft aan deze brief het vertrouwen mogen ontlenen dat bij de waardering van de winkel, de kosten van het funderingsherstel op de waarde in mindering zouden worden gebracht. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en verlaagt de WOZ-waarde met de in goede justitie bepaalde kosten van funderingsherstel van € 150.000.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Wet waardering onroerende zaken 18
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 8 augustus