Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de box 3-heffing niet te hoog is doordat X verklaart dat zijn werkelijke rendement hoger is dan het forfaitaire rendement op grond van de Wet IB 2001. Er is geen sprake van een situatie zoals bedoeld in het Kerstarrest.

De inspecteur legt de aanslag IB/PVV 2021 op conform de aangifte van X. De invoering van de Wet rechtsherstel box 3 leidt niet tot een vermindering van de aanslag. In geschil is de hoogte van de box 3-heffing.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de box 3-heffing niet te hoog is doordat X verklaart dat zijn werkelijke rendement hoger is dan het forfaitaire rendement op grond van de Wet IB 2001. Er is geen sprake van een situatie zoals in het Kerstarrest (V-N 2022/2.3) waarbij sprake is van een heffing naar een voordeel uit sparen en beleggen dat hoger is dan het werkelijk behaalde rendement. De rechtbank komt daarom niet toe aan de stelling dat de tarieven in de Wet rechtsherstel box 3 op grond van het Kerstarrest onvoldoende rechtsherstel zouden bieden. Van een individuele en buitensporige last is ook geen sprake sprake. X heeft voldoende inkomen in box 1 en voldoende werkelijk rendement behaald om zijn box 3-heffing te betalen. Het beroep is ongegrond.

Lees ook het Dossier box 3: Rechtsherstel.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.2

Wet rechtsherstel box 3 1

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 3 april

Informatiesoort: VN Vandaag

Dossiers: Box 3

878

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen