Hof Amsterdam oordeelt dat X bv niet aannemelijk maakt dat de waarde van haar deelneming in Y Ltd. bij de aankoop op 23 mei 2004 reeds nihil bedroeg. X bv kan geen liquidatieverlies in aftrek brengen.

Belanghebbende, X bv, maakt deel uit van de A-groep. Op 24 mei 2004 verwerft X bv 74% van de aandelen in Y Ltd. A Inc., de moedermaatschappij van X bv, verwerft de overige 26%. Op 29 november 2004 brengt A Inc. haar belang van 26% als kapitaal in X bv in. Op 1 januari 2005 draagt Y Ltd. de aandelen Z Ltd. over aan X UK Ltd., een dochtermaatschappij van X bv. De aankoop van Y Ltd. blijkt echter een miskoop. Y Ltd. wordt daarom in 2012 geliquideerd. X bv claimt vervolgens een liquidatieverlies van € 13,7 mln. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X bv geen liquidatieverlies in aftrek kan brengen, omdat rekening moet worden gehouden met de waardedaling van Z Ltd (£ 9,7 mln). Nu het liquidatieverlies £ 9 mln bedraagt, resteert een liquidatieverlies van nihil. In hoger beroep voert X bv onder andere aan dat de waarde van haar deelneming in Y Ltd. reeds bij aankoop op 23 mei 2004 nihil bedroeg.

Hof Amsterdam oordeelt dat X bv niet aannemelijk maakt dat de waarde van haar deelneming in Y Ltd. bij de aankoop op 23 mei 2004 reeds nihil bedroeg. Uit het rapport dat X bv inbrengt blijkt niet dat met de aankoop van Y Ltd. en haar dochters een miskoop werd gedaan. Het bestaan van een miskoop is niet aannemelijk geworden. Het hof verwerpt verder nog het beroep van X bv op de aan het Groupe Stéria-arrest ontleende per-elementbenadering en het, pas ter zitting van het hof gedane, en niet nader toegelichte, beroep op het Bevola-arrest. X bv kan geen liquidatieverlies in aftrek brengen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 13d

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 8 oktober

21

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen