Rechtbank Breda oordeelt dat X door een wetswijziging per 1 januari 2010 zich niet meer succesvol kan beroepen op de afspraak die hij met de inspecteur had over de waardering in box 3 van zijn vakantiewoning op erfpachtgrond. 

X is eigenaar van een vakantiewoning waarop een erfpachtsrecht rust. In geschil is voor welke waarde X de woning in het jaar 2010 in box 3 moet aangegeven. Voor het jaar 2007 is X met de inspecteur overeengekomen voor de woning, in verband met het waardedrukkend effect van een aangekondigde verhoging van het erfpachtcanon in 2011, een waarde per 31 december 2007 te hanteren van € 70.000. Over het jaar 2008 is (na bezwaar) deze waarde ook gevolgd evenals over het jaar 2009.

Rechtbank Breda oordeelt dat X door een wetswijziging per 1 januari 2010 zich niet meer succesvol kan beroepen op de afspraak die hij met de inspecteur had over de waardering in box 3 van zijn vakantiewoning op erfpachtgrond. Na de wetswijziging wordt het waardedrukkend effect van de erfpacht namelijk forfaitair bepaald door de in dat jaar betaalde erfpachtcanon. De inspecteur heeft het waardedrukkend effect van de erfpacht op de juiste wijze berekend bij de aanslag 2010. Op grond van het voorgaande verklaart de rechtbank het beroep van X ongegrond.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.20

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen

Instantie: Rechtbank Breda

Editie: 8 november

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen