Hof Amsterdam oordeelt dat de doorbelasting van de verzekeringspremie aan de MSC’s valt onder de BTW-verzekeringsvrijstellling.
X, een voormalige fiscale eenheid voor de omzetbelasting, bestaat uit Stichting A en Stichting B, die beide ziekenhuizen exploiteren. Binnen deze ziekenhuizen werken zowel medisch specialisten in loondienst als vrijgevestigde medisch specialisten, verenigd in Medisch Specialisten Coöperatieven (MSC’s). De stichtingen hebben raamovereenkomsten met de MSC’s waarin is vastgelegd dat de stichtingen aansprakelijkheidsverzekeringen afsluiten die ook dekking bieden voor de MSC’s. De MSC’s vergoeden de helft van de verzekeringspremies aan de stichtingen. Stichting A heeft in 2019 premies doorbelast aan MSC’s, waarop X een suppletieaangifte heeft ingediend en een naheffingsaanslag omzetbelasting heeft ontvangen. Stichting B heeft in het tweede kwartaal van 2020 premies doorbelast aan MSC’s, waarop X omzetbelasting heeft voldaan. De inspecteur heeft de bezwaren van X tegen de aan Stichting A opgelegde naheffingsaanslag en de voldoening op aangifte voor Stichting B afgewezen. In hoger beroep is in geschil of de doorbelasting van de verzekeringspremies aan de MSC’s BTW belast of vrijgesteld is als handelingen ter zake van verzekering.
Hof Amsterdam oordeelt dat de doorbelasting van de verzekeringspremies aan de MSC’s valt onder de BTW-verzekeringsvrijstellling. De afspraken tussen de stichtingen en de MSC’s over het afsluiten van een aansprakelijkheidsverzekering en het doorbelasten van een deel van de kosten daarvan zijn te duiden als diensten onder bezwarende titel. Deze diensten zijn handelingen ter zake van verzekering en vrijgesteld onder de verzekeringsvrijstelling. Het hof baseert dit op jurisprudentie van het Hof van Justitie EU, waaronder het arrest Card Protection Plan (HvJ EG 25 februari 1999, ECLI:EU:C:1999:93, V-N 1999/15.28), waarin is overwogen dat verzekeringsdekking door een belastingplichtige die geen verzekeraar is, maar gebruik maakt van diensten van een verzekeraar, onder 'handelingen ter zake van verzekering’ valt. X' hoger beroepen zijn gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 11