X bv verkrijgt op 12 juni 2020 een perceel grond met opstallen. Het geheel is gebouwd als verslavingskliniek. Voorafgaand aan de verkrijging, in 2019, verleent B&W van de gemeente toestemming om het kettingbeding, dat vóór de bouw van het pand is opgelegd, door te halen. Hierdoor kan het geheel als woonobject worden verkocht en gebruikt. De opstallen bestaan uit de kliniek en twee resocialisatie woningen, waarvoor 2% overdrachtsbelasting is betaald. X bv is van mening dat ten aanzien van het gedeelte dat is aangemerkt als verslavingskliniek ten onrechte 6% overdrachtsbelasting is betaald. Volgens X bv is het woningtarief van toepassing.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de verslavingskliniek kwalificeert als niet-woning. De brief van B&W waarmee het kettingbeding wordt doorgehaald, leidt niet tot een transformatie tot ‘een woning’ vergelijkbaar met een studentenhuis. Dat X bv zonder relevante verbouwing in het pand (zelfstandig te gebruiken) wooneenheden kan creëren, acht de rechtbank niet van belang, mede omdat X bv op de transactiedatum (nog) niet was aangevangen met een dergelijke transformatie. Evenmin is volgens de rechtbank sprake van een pand dat gedeeltelijk kwalificeert als woning. Daarvoor is vereist dat de gedeelten beschikken over zelfstandige voorzieningen, zoals een eigen keuken en eigen sanitair en daarmee in beginsel zelfstandig overdraagbaar zijn. Geen van de ruimtes in het pand kwalificeert als een dergelijke zelfstandige woning. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 14
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 5 april