Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag IB 2018 niet te hoog is vastgesteld. Er is geen door te schuiven bedrag, nu de doorschuifbeschikking 2016 een bedrag van € 0 vermeldt en X daartegen niet in bezwaar is gegaan.

X verzoekt in zijn aangifte IB 2018 om een aftrek elders belast inkomen vanwege doorgeschoven vrij te stellen buitenlands inkomen uit werk en woning uit een eerder jaar. De inspecteur heeft geen aftrek elders belast inkomen verleend. De doorschuifbeschikking van 2016 vermeldt een door te schuiven bedrag per 31 december 2016 van € 0. Tegen die beschikking is geen bezwaar gemaakt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een bedrag aan in een jaar vrij te stellen buitenlands inkomen uit werk en woning dat niet leidt tot een vermindering van belasting over dat jaar, alleen kan worden doorgeschoven naar een volgend jaar als dat bedrag bij voor bezwaar vatbare beschikking is vastgesteld. In dit geval is een onherroepelijke beschikking vastgesteld waarin het door te schuiven inkomen na verrekening € 0 bedraagt. Voor zover X het niet met de doorschuifbeschikking eens is, had X rechtsmiddelen tegen die beschikking moeten instellen. De aanslag IB 2018 is dus niet te hoog vastgesteld. De rechtbank ziet geen aanleiding af te wijken van de belastingrentebeschikking. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 26

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Inkomstenbelasting

Editie: 23 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

223

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen