De aandelen van belanghebbende, X bv, zijn in handen van Y. Y verkoopt haar aandelen X bv in 1993 aan een Liechtensteinse stichting (D). Z, de echtgenoot van Y, is betrokken bij de werving van klanten voor een financieringsproduct van J Consultants Inc. uit de VS. De fees die J betaalt, lopen via D. Via X bv en Y komen de fees terecht bij Z. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur VPB-(navorderings)aanslagen op over de jaren 1998-2001. In cassatie is onder andere in geschil of de inspecteur de belastbare bedragen van X bv terecht heeft gecorrigeerd.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt, onder verwijzing naar de zaken van Z, dat bij X bv geen correcties kunnen plaatsvinden. Volgens het hof heeft de inspecteur namelijk terecht de door J aan D betaalde bedragen tot de belastbare winst van X bv gerekend, onder aftrek van dezelfde bedragen als beloning in materiële zin voor de door Z verrichte werkzaamheden. Het hof vernietigt de navorderingsaanslagen en vermindert de aanslagen.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 7 juni