Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat bij X bv geen correcties kunnen plaatsvinden. De inspecteur heeft weliswaar terecht de bedragen die J aan D heeft betaald tot de belastbare winst van X bv gerekend, maar dezelfde bedragen zijn weer aftrekbaar als beloning in materiële zin voor de door Z verrichte werkzaamheden. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

De aandelen van belanghebbende, X bv, zijn in handen van Y. Y verkoopt haar aandelen X bv in 1993 aan een Liechtensteinse stichting (D). Z, de echtgenoot van Y, is betrokken bij de werving van klanten voor een financieringsproduct van J Consultants Inc. uit de VS. De fees die J betaalt, lopen via D. Via X bv en Y komen de fees terecht bij Z. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur Vpb-(navorderings)aanslagen op over de jaren 1998-2001. In cassatie is onder andere in geschil of de inspecteur de belastbare bedragen van X bv terecht heeft gecorrigeerd.

Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 26 februari 2016, 12/00241 t/m 12/00244, V-N 2016/32.1.2) oordeelt, onder verwijzing naar de zaken van Z, dat bij X bv geen correcties kunnen plaatsvinden. Volgens het hof heeft de inspecteur namelijk terecht de door J aan D betaalde bedragen tot de belastbare winst van X bv gerekend, maar zijn dezelfde bedragen aftrekbaar als beloning in materiële zin voor de door Z verrichte werkzaamheden. Het hof vernietigt de navorderingsaanslagen en vermindert de aanslagen.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 25 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen